De heer John Striker schreef met aantal andere auteurs een uitgebreid boek over de marken van Spankeren, Soeren, Dieren en Ellecom. Een marke regelt het beheer en gebruik van woeste gronden, zoals bossen, heide en drassige gronden. Het dorp Ellecom en de ‘Borgh genaemt Keppel’ maakte deel uit van zo’n bosmarke. In zijn vrije tijd doet de heer Striker historisch onderzoek naar de omgeving van het dorp Ellecom waar hij al tientallen jaren woont. In het boek ‘Over erven en geërfden’ beschrijft hij een deel van de historie van Borgh Keppel, waarop deze bijdrage over de geschiedenis van de hoeve is gebaseerd.
Borgh Keppel is een zeer oude boerderij, die gebouwd is in een T vorm. Het voorhuis staat bij een T boerderij dwars op een grote schuur. De pachtboerderij ligt ten westen van landgoed Avegoor, dat nu als hotel in gebruik is. In het verleden lag er tussen Avegoor en Borgh Keppel een boerenweg, waarmee het voorhuis bereikt kon worden. Deze boerenweg bestaat niet meer. De Eikenstraat is nu de toegangsweg en ligt aan de deel kant van de boerderij. Dat verklaart waarom het voorhuis vanaf de weg niet te zien is.
Al in het jaar 1433 wordt Borg Keppel genoemd in historische documenten. Gerijt de Gruter krijgt dan het Huis Keppel als leen vanwege zijn verdiensten als ridder en hoeve Borg Keppel maakt hier onderdeel van uit. In 1506 verleent de hertog Karel van Gelre vrijheid en veiligheid aan de ‘hof ter Bruggen’ zoals de hoeve dan wordt genoemd.
In 1566 staat de boerderij bekend als Borgh genaemt Keppel. Het huis is dan door huwelijk in bezit gekomen van Steven van Carvenheim. Met een borgh werd in die tijd vaak een (versterkte) boerenhoeve aangeduid. In de 16e eeuw komen delen van het bezit van familie van Carvenheim in bezit van de gezusters Anna en Henrica van Middachten, maar Borgh Keppel blijft in handen van de familie van Carvenheim.
De Borg wordt door Weijsa van Carvenheim in 1650 met goedkeuring van de leenheer van dat moment Johan Frederik van Pallandt, baanderheer van Voorst, heer van Keppel onder voorwaarden geschonken aan de weduwe van Salomon van Keppel, Anna Sybilla Vrijdagh. Zij verkoopt Borgh Keppel in 1670 aan Godard baron van Rheede, heer van Middachten, Ginckel, Hervelt en Amerongen voor een bedrag van 15000 Carolus gulden. Sinds 1670 tot vandaag hoort hoeve Borgh Keppel bij Middachten. Een landgoed dat nog steeds in particulier bezit is.
Borgh Keppel is tot begin deze eeuw altijd in bedrijf geweest als boerenbedrijf, waar veeteelt de boventoon voerde. Zo werden er in het verleden schapen gehouden. Op oude foto’s is nog de schaapskooi te zien, die helaas verdwenen is. Bij de naastgelegen boerderij de Wolfskuil staat nog zo’n schaapskooi. Het is inmiddels een rijksmonument. Waar nu de Eikenstraat ligt, lag vroeger een schaapsdrift, een weg waar de schapen naar de hei werden gedreven om daar te kunnen grazen. Ook nu staan er in de zomer schapen in de wei, die het gras kort houden.
In de vorige eeuw brak de industriële revolutie ook bij boerenbedrijven door. Zo verscheen er in 1969 op het zogenaamde ‘overerf’ een van de eerste ligboxenstallen van Nederland. Deze staat er nog steeds, samen met jongveestal en kuilvoerplaten. De reden dat juist hier zo vroeg een ligboxenstal is gebouwd, is dat de meeste pachtgronden die bij Borgh Keppel horen aan de andere zijde van de bossen Avegoor en de Elst zijn gelegen, sommige gronden liggen zelfs ten zuiden van de A 348. Hierdoor kon het groeiende aantal koeien niet meer worden geweid en kwamen zij al vroeg jaarrond op stal te staan.